Hieronder vallen de schedel (het cranium) en het heiligbeen (het sacrum). Deze 2 regio’s zijn met elkaar verbonden via de wervelkolom, het ruggenmerg en de vliezen die het ruggenmerg omvatten.
De schedel is opgebouwd uit meerdere botstukken die ten opzichte van elkaar een kleine beweeglijkheid hebben. Ook het heiligbeen heeft een kleine beweeglijkheid. Een verstoorde beweeglijkheid van schedel en/of heiligbeen kan klachten geven zoals gedragveranderingen, verstoring van de hormonale cyclus van de merrie en hoofdpijn.
Deze drie systemen staan met elkaar in verbinding. Het doel van een osteopatische behandeling is het oplossen van problemen in deze systemen. Een osteopaat gaat altijd op zoek naar de oorzaak van de klachten. Omdat alle structuren met elkaar in verbinding staan, is het niet altijd zo dat de oorzaak van de problemen gevonden wordt in de regio waar de klachten zich voordoen. Zo kan een paard, dat niet wil inbuigen in zijn hals, een blokkade hebben in zijn lage rug. Een osteopaat is opgeleid om de weefsels die niet goed functioneren op te sporen en te behandelen. Een osteopaat lost de problemen op middels zachte, manuele technieken. Wanneer de oorzaak van de klachten is opgelost, kan het lichaam zichzelf verder herstellen.